Skip to main content

In liefde loslaten

Verteld tijdens het Alom Gedenken 2022 door Edith Potjer

Ja, dat is mooi gezegd. Dat lukt me ook wel als het b.v. om mijn oudste broer gaat, die ik dit jaar voor de eerste keer zal gedenken, hij overleed dit jaar aan ALS, hij raakte steeds meer functies kwijt, hij werd steeds meer een stakker, zoals mijn moeder het zou zeggen, Ik had een lieve broer, ik kan met mooie herinneringen aan hem terugdenken, ja dat lukt me wel, in liefde loslaten.

Of als het je ouders betreft, of grootouders, mooie, liefdevolle herinneringen. Natuurlijk met verdriet, zeker, maar ook met liefde.

Maar….. hoe zit het dan met dat kindje van 6 dat aan kanker moest overlijden of die jongen van 15 die verongelukte? Of mijn kind dat van het leven beroofd is, In liefde loslaten?, ik voel eerder boosheid, gevoel van oneerlijkheid, allemaal waarom vragen, ik wil vasthouden, helemaal niet loslaten. Hoe kan je dat nou zeggen? Of wat als er helemaal geen liefde was in de relatie met mijn vader of moeder, wat als ik mede door hen een rotjeugd heb gehad, hoe kan ik dan in liefde loslaten?, mooi gezegd, maar …

En toch…

Ik wil vanavond twee verhalen vertellen over hoe het wel kan, verhalen waar ik stil van werd, misschien ook beschaamd, verhalen die zoveel indruk op mij maakten, dat zij mijn leven verrijkt en verdiept hebben
Ze waren verliefd, ja heel erg, allebei niet zo piep jong meer, net in de dertig. Ze hadden allebei een goede baan, en waren al een tijdje singel toen ze elkaar ontmoetten.

Na een jaar gingen ze samenwonen en wilden een gezinnetje vormen. Maar.. dat liep anders. Het duurde maanden, jaren en nog steeds niet. Tot op een dag dat ze het eigenlijk al niet meer verwachtten was de vrouw toch zwanger. Wat een blijdschap, zij is 40 ondertussen en ze beseffen dat het heel bijzonder is dat het nog lukte. Zo blij, de zwangerschap verloopt goed en ze genieten er beiden intens van. Het is zo bijzonder om een nieuw wezentje in je eigen lijf te voelen groeien.
Op de echofoto’s zien ze hun kindje, het is een meisje. Ze maken de babykamer klaar, een wiegje, kleertjes, kijk eens, hoe mooi, kijk eens hoe klein. Het kindje moet bijna geboren worden, 40 weken is ze nu zwanger, 41 weken, het moet nu gauw komen, anders moeten we je helpen, zeiden ze.

Vlak voor de geboorte overlijdt hun kindje. Ze voelde geen leven meer, het was opeens zo stil in mijn buik, zei de moeder.

Ze belden mij op en ze vroegen of ik langs wilde komen, hun kindje was nog niet geboren, maar ze wilden weten wat er mogelijk was als ze geboren was en hoe ze afscheid konden nemen en hoe ze de uitvaart vorm konden geven. Met lood in mijn schoenen ga ik naar het stel toe.

Wat een verdriet, dacht ik, hoe kan je hier mee omgaan, dacht ik, hoe oneerlijk is het allemaal, dacht ik.

Maar wat ik hoor is heel anders, ik hoor: Ondanks dit verdriet zijn we ook zo blij dat we nu ouders zijn, ik ben zo blij dat ik nu weet hoe het is om zwanger te zijn, om moeder te zijn, natuurlijk zijn we intens verdrietig, maar dit kind heeft ons zoveel gebracht,
intense liefde, ik voel zoveel liefde, zo groot, ons kindje heeft in ons zoveel naar boven doen komen, dat is niet beschrijven hoe intens dat gevoel is. Ze is onderdeel van ons geworden, ze zal altijd bij ons zijn, haar naam zal altijd genoemd worden.

Dit is een liefdes kind, en ja, we moeten haar loslaten, we zullen kinderloze ouders zijn, maar we zijn wel ouders en daar zijn we zo dankbaar voor.

En ik was stil, ik had geen woorden, ik voelde diepe bewondering voor deze ouders, en ik besefte later hoeveel meer het is om met liefde over hun kindje te spreken dan om steeds met verdriet over haar te spreken dat ze niet mocht leven.

De liefde brengt glans aan dit jonge, prille leven, aan dit kindje, dat voor haar geboorte is gestorven. Wat een gave is het om zo, in liefde, je kindje te kunnen loslaten en mee te nemen voor de rest van je leven. Wat een geweldige ouders.

Het 2de verhaal

De man en vrouw bezochten elke twee weken trouw hun moeder en schoonmoeder die in een verzorgingshuis woonde. Ze moesten daarvoor 3 kwartier rijden heen, en 3 kwartier terug. En iedere keer ging het hetzelfde: geen lief woord van moeder, wel klagen, geen vragen van: hoe is het me jullie, wel een ellenlang verhaal hoe moeilijk zij het had en hoe onaardig al die mensen hier waren en hoe slecht de verzorging.

Geen enkel lief woord, ook niet als ze na een uur vertrokken. Niks…. Er was niks. Er was geen liefde. Er was geen gevoel van verbondenheid, niks. Er was niks. En elke keer gingen ze na het bezoek weer met een akelig gevoel naar huis. Maar ze bleven hun moeder bezoeken, want anders was er niemand, ze had maar één zoon en andere familie was er niet of die kwamen niet.

Als ze is overleden vraagt de schoondochter mij of ik woorden zou willen spreken bij de uitvaart, want dat hoort toch zo, je kan toch niet niks zeggen. Maar wat je moet zeggen zouden wij niet weten, want ze was dus helemaal niet aardig.

We gaan met elkaar in gesprek. Het enige wat ik dan denk: hoe kan het dat een moeder geen liefde heeft voor haar kind, of als ze het wel heeft, dat ze dat niet kan zeggen, wat is er met deze vrouw gebeurd dat ze zo is geworden? Het kan toch niet zo zijn dat ze zo geboren is, ieder mens heeft het toch in zich om lief te hebben, en om geliefd te zijn.

Het verhaal wat de zoon en schoondochter weten van hun moeder vertellen ze mij. Ze is geboren op een schip, een trekschuit. de kinderen wisten niet anders dan dat ze aan het werk gezet werden.

Ze kregen een touw om hun middel en moesten de schuit voorttrekken, waarschijnlijk vervoerden ze voedsel van het land, kolen, appels, net wat er in de tijd van het jaar geoogst werd.

Het was begin 20ste eeuw, een tijd van werken, je trouwde meestal niet vanuit de liefde, maar om te overleven, het was een zakelijke overeenkomst. En de kinderen moesten meehelpen, soms was er ook geen tijd voor school.

Deze vrouw heeft als kind nooit gespeeld, ze heeft nooit liefde gekregen, wel bevelen, ze moesten door, zelfs soms geen pauze, al trekkend moesten ze hun eten nuttigen. Deze vrouw heeft nooit kind kunnen zijn, wel werkpaard, ze heeft nooit kunnen ervaren wat aandacht is, heeft nooit geleerd dat je iemand bent, wel dat je niets waard bent. Heeft nooit geleerd dat je van en in je leven kunt genieten, wel dat het leven hard werken is en overleven. En hoe meer ik over de jeugd van deze vrouw nadacht, hoe meer medelijden en mededogen ik voelde. Wat is het ontzettend jammer dat een mens niet kan opgroeien in liefde, dat een mens niet de kans en ruimte krijgt om te worden wat hij ten diepste is, zijn of haar verlangens leren kennen, dromen over van alles, vrienden maken, het leven omarmen, dat je het helemaal niet eens kent, dat je alleen maar weet dat je bevelen geeft en moet opvolgend. En als ik dat mededogen voel, dat intense verdriet over hoe dit kleine meisje al haar mogelijkheden zijn ontnomen, dat ze niet in staat was om lief te hebben, de liefde nooit gekend heeft, dan kan ik alleen maar met liefde en mededogen en medelijden kijken naar dit leven, wat zoveel miste. Deze vrouw had aan het einde van haar leven een liefdevolle schoondochter en plichtsgetrouwe zoon die haar trouw bezochten. Ze zullen nooit weten of hun moeder op één of andere manier wellicht toch blij was met hun bezoek, misschien wel niet, maar ze hebben haar niets links laten liggen. Ze hebben haar de eer gegeven, omdat ze hun moeder was. En zo, kunnen ze misschien niet met liefde, maar zeker met mededogen, het leven van moeder loslaten, met zoveel spijt en dat het een leven was zonder liefde. En misschien kende deze vrouw de liefde niet, maar is ze ondanks alles toch geliefd geweest, door een schoondochter die het begreep.

Verteld tijdens het Alom Gedenken 2022 door Edith Potjer